Ons lichaam draait op glucose. Wanneer je eet, wordt glucose uit je voedsel gehaald; een deel wordt direct gebruikt door je cellen en het restant wordt, in de vorm van glycogeen, opgeslagen in de lever. Glycogeen wordt weer omgezet in glucose en vrijgegeven door de lever op het moment dat glucose levels laag zijn. Om glucose in de cellen te kunnen krijgen, produceert de alvleesklier insuline. Dit hecht aan je cellen en zorgt dat ze open gaan en de glucose uit je bloed op kunnen nemen. Op deze manier krijgen de cellen de benodigde energie en wordt het glucose niveau in je bloed stabiel gehouden.
Dit gebeurt als alle betrokken onderdelen, namelijk de lever, de alvleesklier en de bijnieren, goed functioneren.
Diabetes, oftewel een disbalans in bloedsuiker, begint vaak met de lever, die zijn suikervoorraad verliest. Als de lever verzwakt door veel vetten, activiteit van virussen, zware metalen en andere giffen kan deze geen glucose of glycogeen opslaan. De reserves dalen tot het punt waar er niet genoeg glucose is om de alvleesklier te beschermen. Je alvleesklier is namelijk verantwoordelijk voor de levering van glucose aan je cellen en hoe schaarser dat is, hoe meer insuline er geproduceerd moet worden in de zoektocht naar ieder korreltje voor in de cellen. Dik bloed (door vetten/proteïne) maakt het moeilijker, zo niet onmogelijk, om die glucose in de cellen te krijgen. Als gevolg hiervan verzwakt de alvleesklier, vermindert insulineproductie, wordt insuline resistentie hoog en wordt je bloedsuiker onstabiel. Op een gegeven moment gaat er niet meer genoeg glucose van je bloed naar je cellen, waardoor je bloedsuiker levels hoog worden en je risico hebt op diabetes 2.
Ook de bijnieren spelen vaak een rol. Als je veel stress hebt, moeten je bijnieren constant adrenaline produceren. Deze adrenaline tast de alvleesklier aan, die op zijn beurt niet meer voldoende insuline kan produceren. Als je daarbij ook nog eet als je emotioneel bent (zoals veel mensen), dan produceert de alvleesklier insuline dat wordt gemixed met de adrenaline, waardoor je lichaam de insuline gaat verwarren met adrenaline. Dit maakt dat je cellen door de tijd allergisch worden voor de insuline/adrenaline mix.
Dit effect wordt versterkt door zware maaltijden met veel vet. Je bijnieren zijn als een brandweercentrale en vet triggert de alarmbel. Als de bijnieren het signaal krijgen van een hoog vetgehalte in het bloed, dat het potentieel heeft om de alvleesklier en lever in gevaar te brengen, dan sturen de bijnieren adrenaline om de situatie te redden. De adrenalinestoot verhoogt de verteringskracht om het vet door je systeem te kunnen pompen en je te beschermen. Je betaalt hiervoor de prijs, omdat dit proces na verloop van tijd de alvleesklier verzwakt. Ook kan de alvleesklier ontstoken raken en gaan onderpresteren als de bijnieren te weinig adrenaline produceren en kan hetzelfde gebeuren als je bijnieren onstabiel zijn en ze soms teveel en soms te weinig adrenaline produceren.
Het is een enorm misverstand dat diabetes wordt veroorzaakt door het consumeren van veel voedingsmiddelen met suiker erin. Zoals in de post over glucose en vetten al is gesteld, is de combinatie van suiker en vet het probleem. Je zou voor de rest van je leven de hele dag fruit kunnen eten en nooit diabetes ontwikkelen. Het probleem is vet. Junkfood, zoals cake, koek, donuts, ijs etc, is allemaal een combinatie van suiker en vet. Hetzelfde geldt voor een zoet toetje na een maaltijd met vetten. Laat er geen misverstand over bestaan; suiker, afkomstig van de verkeerde bronnen, is ongezond en moet je vermijden, maar het is vet dat de lever en de alvleesklier belast.
Samengevat:
- Insulineresistentie wordt veroorzaakt door hoge levels vet in je bloed, die de mogelijkheid van het lichaam stoppen om suiker naar je cellen te brengen met insuline. -Het gevolg is veel suiker in de bloedstroom, dat nergens heen kan.
- Een sterke lever kan deze glucose opslaan, maar deze is ook verzwakt door een dieet hoog in vet, proteïne en oliën.
Geen zorgen; het kan allemaal hersteld worden.
Helaas adviseert het medische systeem precies het tegenovergestelde van wat je moet doen. Door het vet in je bloed kan suiker niet worden opgenomen en blijft het in de bloedstroom (insuline resistentie). Suiker is dus slechts de boodschapper, die aangeeft dat er iets niet goed zit. Helaas schiet de medische wereld de boodschapper en niet de echte oorzaak. Het spuiten van insuline verlaagt het glucose level in het bloed, maar pakt de echte problemen niet aan.
Vet in vlees gaat je conditie verergeren (dierlijke vetten hebben alvleesklier en lever vanaf het begin verzwakt), terwijl je fruit nodig hebt om te genezen. Om diabetes 2 te verhelpen, is het dus super belangrijk om vet consumptie te verlagen en groente/fruit consumptie te verhogen. Daarnaast zijn er supplementen, die kunnen helpen in het genezingsproces, waaronder 5-MTHF, ashwagandha, Barley grass juice powder, Zinc, B2, Vitamine C, L-lysine, spirulina, turmeric en citroenmelisse.